Pesten
Pesten is het systematisch uitoefenen van psychische en/of fysieke mishandeling door een of meerdere individuen op een persoon die niet in staat is zichzelf te verdedigen. Bij pesten is de macht ongelijk verdeeld. Pesten heeft negatieve gevolgen voor het slachtoffer.
Plagen is anders van aard: dit zijn incidenten. De machtsverhoudingen zijn gelijk en er zijn geen gevolgen voor het slachtoffer.
In het kindercentrum voor kinderen van 0 tot 4 jaar komt pesten minder voor dan bijvoorbeeld op de basisschool of de BSO. Bovendien gebeurt het vaak op een ander niveau. Een gesprek met de verschillende betrokkenen kan vaak niet of is niet nodig. Het is wel heel belangrijk dat de leid(st)ers de kinderen op hun gedrag aanspreken.
Pesten op de BSO komt vaker voor. Het is vaak een vorm van groepsgedrag. Dat betekent dat een echt gesprek vaak niet mogelijk is met dader(s) en slachtoffer(s) tegelijk. Het is beter eerst de kinderen apart te spreken.
Handvatten bij praten over pesten
Praten met het gepeste kind
Zorg dat je er niet meteen in alle emoties tot handelen overgaat zodra een kind iets over pesten vertelt. Luister naar het kind en stel vragen. Laat merken dat je wilt helpen maar doe nog niets.
Bespreek dan samen met het kind wat hij/ zij al heeft gedaan om het pesten te stoppen.
Zoek een manier om het pesten te doen stoppen, maar doe niets buiten het kind om, want juist daar zijn veel kinderen zo bang voor.
Praten met de pester
Elk kind heeft recht op een veilige leefomgeving. De opvang doet er alles aan om dat te bewerkstelligen. Spreek de pester aan en maak hem duidelijk dat hij moet stoppen met het pesten.
Maak de pester bewust van het effect van zijn gedrag. Afhankelijk van de ernst van het pesten kan een straf worden uitgedeeld. Contact opnemen met de ouders is één van de mogelijkheden.
Pesters hebben vaak niet door dat ze een gepest kind pijn en verdriet doen. Het is belangrijk te onthouden dat pestkoppen meestal geen gemene kinderen zijn. Thuis of tussen hun vrienden of vriendinnen kunnen ze heel aardig zijn. Maar ze willen wel aandacht of erbij horen en zij denken dit te bereiken door de baas te spelen denken en anderen buiten te sluiten of over anderen te roddelen. Vaak hebben pesters een groepje kinderen om zich heen. De kinderen die bij zo’n pester horen zijn zelf vaak ook bang dat ze gepest worden. Door het vriendje te zijn met de pester, hopen ze dat ze zelf niet worden gepest of dat er over hen geroddeld wordt. Veel kinderen die pesten, zijn vroeger zelf gepest. Het zijn vaak kinderen die niet gelukkig zijn: zij krijgen thuis te weinig aandacht of zij hebben leerproblemen op school.
Het is raadzaam pesten tegen te gaan voordat het begint. Hieronder staat een methode beschreven om pesten te voorkomen. Op pestweb kun je nog meer vinden.
Groepsprotocol
Maak regels hoe de kinderen omgaan met elkaar. De kinderen moeten dan zelf een aantal afspraken bedenken hoe zij met elkaar willen omgaan. Bijvoorbeeld: wij noemen elkaar bij de voornaam (i.p.v. scheldnamen gebruiken), wij lenen alleen spullen van elkaar als de ander dat goedvindt (i.p.v. van elkaar afpakken).
Let op, er zijn vier regels die eigenlijk in elke groep moeten gelden:
1. Respect: Ik behandel anderen met respect
2. Niet over de streep: ik let erop dat ik anderen niet hinder of pijn doe
3. Zonder geweld: Ik gebruik geen geweld om mijn zin te krijgen en mijn ruzies op te lossen
4. Aanspreekbaar: Als een ander ‘NEE’ of ‘STOP’ zegt, dan stop ik ook echt of ik doe een stap terug.
Ook verzinnen de kinderen zelf de consequenties van het overtreden van de regels, en moeten ze elkaar er ook aan herinneren om zich volgens de regels te gedragen. Na een discussie met de groep en de mentor worden de beste regels op het contract gezet, die vervolgens door alle kinderen én de mentor wordt ondertekend.
Bron
www.pesten.net
www.pestweb.nl
Zoektermen:
- pesten op de bso
Leave a Reply